KARIN BJÖRQUIST (geboren in 1927 in Säffle, Zweden, overleden in 2018) werd samen met haar vier broers en zussen opgevoed door haar ouders. Als kind legde ze kruidentuinen aan en in haar jeugd ontwikkelde ze een talent voor het tekenen van bladeren, planten en andere natuurstudies.
Haar interesse in kunst en vormgeving bracht haar ertoe in 1945 avondlessen te gaan volgen en vervolgens haar studie voort te zetten aan de kunstacademie in Stockholm. Haar focus verschoof van beeldende kunst en textiel naar glas en keramiek. In tegenstelling tot veel van haar medestudenten, die ervan droomden een eigen atelier en pottenbakkersschijf te hebben, had Björquist de ambitie om in de productie-industrie te gaan werken.
Ze realiseerde zich al vroeg dat haar beste kans om van keramiek te leven een baan bij een aardewerkfabrikant was. Na een stage bij Gustavsberg werd ze door de toenmalige artistiek directeur Wilhelm Kåge aangemoedigd om terug te komen en te solliciteren naar een vaste baan, wat ze in 1950 deed. Later verhuisde ze naar de afdeling faienceschilderen onder Stig Lindberg. Begin jaren vijftig kreeg ze haar eigen atelier om in te werken, en haar eerste servies ging in 1952 in productie.
Studiereizen naar onder andere de Verenigde Staten, Mexico en Japan boden Björquist een grote bron van inspiratie in haar werk. Ze behield een levenslange interesse in planten, wat haar ontwerpen en tafelaankleding inspireerde. Gemotiveerd door de wens om mensen meer schoonheid te bieden in hun dagelijks leven, verfijnde ze de Gustavsberg-traditie die functionaliteit koppelde aan gevoel voor materialen en vormgeving waar goed over nagedacht was – of het nu om een object voor in huis of in de openbare ruimte ging. Na bijna 50 jaar bij de porseleinfabriek werkzaam te zijn, werd Karin Björquist aangesteld als Gustavsbergs eerste vrouwelijke artistiek directeur.